
Panthera tigris, koning van de jungle
Aan de manier waarop een tijger sluipt en op zijn prooi afspringt, is goed te zien dat hij familie is van de kat. Binnen die familie is de tijger de grootste en de zwaarste. Met zijn indrukwekkende, sterke lichaam, scherpe tanden en levensgevaarlijke klauwen wordt hij vaak de koning van de jungle genoemd. Chinezen lezen in de zwarte lijnen op het voorhoofd van de tijger het Chinese teken ‘Wang’, dat koning betekent.
In het hoge gras of in het bos werken de opvallend zwarte strepen op zijn vacht als een camouflagekleed. Aan de tekening rond de kop kunnen onderzoekers elke tijger persoonlijk herkennen.
Een tijger heeft opvallend lange, witte snorharen. Die helpen om de weg door het donker te vinden door het struikgewas. Ook gebruiken ze hun gevoelige haren bij het liefdesspel.
Een tijger heeft ronde pupillen in zijn ogen, net als een mens. Dus geen kattenogen. Om de afstand tot een prooi in te schatten draaien tijgers beide ogen naar voren. Maar om beweging aan de zijkanten op te merken, schuiven ze beide ogen naar achteren.
De staart van een tijger is bijna een meter lang. Die helpt hem om in evenwicht te blijven bij een sprong. Ook geeft een tijger signalen met zijn staart. Als hij kwaad is slaat hij ermee heen en weer, wat zoiets betekent als: 'Wegwezen, anders krijg je een mep!'
Een tijger heeft een echt roofdiergebit. Dolkachtige hoektanden om een prooi mee vast te grijpen, puntige knipkiezen om het vlees uiteen te scheuren. Snijtanden om eens lekker een botje mee af te schrapen.
Tijgers staan bekend om hun vrijpartijen. Het grootste deel van het jaar leven ze alleen, maar als ze een partner hebben gevonden doen ze het soms wel honderd keer achtereen.
Een tijger heeft opvallend lange, witte snorharen. Die helpen om de weg door het donker te vinden door het struikgewas. Ook gebruiken ze hun gevoelige haren bij het liefdesspel.
Een tijger heeft ronde pupillen in zijn ogen, net als een mens. Dus geen kattenogen. Om de afstand tot een prooi in te schatten draaien tijgers beide ogen naar voren. Maar om beweging aan de zijkanten op te merken, schuiven ze beide ogen naar achteren.
De staart van een tijger is bijna een meter lang. Die helpt hem om in evenwicht te blijven bij een sprong. Ook geeft een tijger signalen met zijn staart. Als hij kwaad is slaat hij ermee heen en weer, wat zoiets betekent als: 'Wegwezen, anders krijg je een mep!'
Een tijger heeft een echt roofdiergebit. Dolkachtige hoektanden om een prooi mee vast te grijpen, puntige knipkiezen om het vlees uiteen te scheuren. Snijtanden om eens lekker een botje mee af te schrapen.
Tijgers staan bekend om hun vrijpartijen. Het grootste deel van het jaar leven ze alleen, maar als ze een partner hebben gevonden doen ze het soms wel honderd keer achtereen.
Maten en gewichten
De tijger is te herkennen aan zijn oranje-gele vacht met zwarte strepen, zijn gele ogen en zijn sluipende manier van lopen. Er zijn nog vijf ondersoorten, waarvan de Siberische tijger de grootste is. Zijn maten en gewichten:
Maximum gewicht: 384 kilo.
Maximum lengte, van kop tot staart: 3,30 meter.
Maximum schouderhoogte: ruim 1 meter.
Maximum leeftijd in gevangenschap: 22 jaar
Maximum gewicht: 384 kilo.
Maximum lengte, van kop tot staart: 3,30 meter.
Maximum schouderhoogte: ruim 1 meter.
Maximum leeftijd in gevangenschap: 22 jaar
Alle tijgers in het wild lopen gevaar in een zware klem of valstrik van commerciële stropers te lopen. Ze willen zijn snorharen tegen kiespijn en zijn ogen tegen malaria. Zijn botten om drankjes van te brouwen en zijn bloed om sterker van te worden. In Azië worden veel onderdelen van de tijger gebruikt als medicijn, een gewoonte die al heel veel tijgers het leven heeft gekost.
Die medicijnen zijn inmiddels peperduur maar door de toegenomen welvaart in Azië voor steeds meer mensen bereikbaar. Dus blijven de criminele stropers hun illegale praktijken uitvoeren. Want hoe minder tijgers, hoe meer ze opbrengen. Ook tijgerhuid levert veel geld op om gebruikt te worden als versiering van ceremoniële kledij. Een tijger is goud waard.
Die medicijnen zijn inmiddels peperduur maar door de toegenomen welvaart in Azië voor steeds meer mensen bereikbaar. Dus blijven de criminele stropers hun illegale praktijken uitvoeren. Want hoe minder tijgers, hoe meer ze opbrengen. Ook tijgerhuid levert veel geld op om gebruikt te worden als versiering van ceremoniële kledij. Een tijger is goud waard.
Afrikaanse olifant: grootste landdier.

De Afrikaanse olifant is het grootste en zwaarste dier dat op het land leeft. Een paar maten en gewichten:
- Een Afrikaanse olifant wordt, van grond tot schouders, bijna 4 meter hoog.
- Een volwassen mannetje weegt tot 7.000 kilo en soms meer.
Van het puntje van zijn slurf tot het einde van zijn staart is een mannetje ongeveer 9 meter lang. - Olifantenoren kunnen van onder tot boven 2 meter lang worden.
- De slagtanden van een olifant kunnen meer dan 100 kilo zwaar en 3 meter lang worden. De zwaarste slagtand die ooit is gevonden woog 117 kilo.
Olifanten hebben een huid van bijna twee centimeter dik. Om af te koelen flapperen ze met hun oren, zoeken ze schaduw of nemen een bad. In hun huidplooien blijven water en modder nog een tijdje hangen. Dat houdt de olifant ook een tijdje fris.
Slagtanden zijn snijtanden in de bovenkaak die blijven doorgroeien. Ze worden gebruikt om gaten in de grond te hakken, een boom mee om te duwen, een vijand aan te vallen of de slurf op te laten rusten.
De slurf vormt de neus en de bovenlip van de olifant. Hij kan er mee eten, drinken, douchen, snorkelen, groeten, trompetteren, voelen, worstelen, een vuiltje uit zijn oog halen en nog veel meer. En hij kan er natuurlijk mee ruiken.
Een olifant heeft vier grote kiezen in zijn mond. Hiermee maalt hij per dag wel honderd tot tweehonderd kilo groenvoer fijn. De kiezen slijten snel van al dat gekauw en worden daarom zes keer vervangen door nieuwe. Als de laatste kiezen zijn afgesleten, is de olifant vaak al zestig jaar.
De oren helpen de olifant af te koelen. Daarnaast horen ze er natuurlijk mee. Ze kunnen heel lage geluiden opvangen die wij niet kunnen horen. Met die geluiden praten ze met elkaar over lange afstanden. Ook zijn de oren een soort seinvlaggen. Plat tegen hun hoofd betekent dat ze bang zijn. Helemaal uitgevouwen geeft aan dat ze boos zijn.
Olifanten eten bijna de hele dag door. Hun buik rommelt voortdurend van al dat plantenspul. Alleen bij gevaar is alles stil. Dan weten de andere olifanten dat er iets loos is.
Een moederolifant heeft haar borsten, haar uier, tussen de voorpoten. Haar baby-olifant kan er maar net bij. Baby-olifantjes drinken met hun mond. Pas als ze water gaan drinken, leren ze hun slurf gebruiken.
Een olifant loopt op zijn tenen. Je ziet daar weinig van omdat er een dik, vezelig kussen onder zijn hielen zit. Tenen en hielkussen vormen een breed pooteinde dat goed veert. Daardoor stampen olifanten dus eigenlijk best zacht.
Slagtanden zijn snijtanden in de bovenkaak die blijven doorgroeien. Ze worden gebruikt om gaten in de grond te hakken, een boom mee om te duwen, een vijand aan te vallen of de slurf op te laten rusten.
De slurf vormt de neus en de bovenlip van de olifant. Hij kan er mee eten, drinken, douchen, snorkelen, groeten, trompetteren, voelen, worstelen, een vuiltje uit zijn oog halen en nog veel meer. En hij kan er natuurlijk mee ruiken.
Een olifant heeft vier grote kiezen in zijn mond. Hiermee maalt hij per dag wel honderd tot tweehonderd kilo groenvoer fijn. De kiezen slijten snel van al dat gekauw en worden daarom zes keer vervangen door nieuwe. Als de laatste kiezen zijn afgesleten, is de olifant vaak al zestig jaar.
De oren helpen de olifant af te koelen. Daarnaast horen ze er natuurlijk mee. Ze kunnen heel lage geluiden opvangen die wij niet kunnen horen. Met die geluiden praten ze met elkaar over lange afstanden. Ook zijn de oren een soort seinvlaggen. Plat tegen hun hoofd betekent dat ze bang zijn. Helemaal uitgevouwen geeft aan dat ze boos zijn.
Olifanten eten bijna de hele dag door. Hun buik rommelt voortdurend van al dat plantenspul. Alleen bij gevaar is alles stil. Dan weten de andere olifanten dat er iets loos is.
Een moederolifant heeft haar borsten, haar uier, tussen de voorpoten. Haar baby-olifant kan er maar net bij. Baby-olifantjes drinken met hun mond. Pas als ze water gaan drinken, leren ze hun slurf gebruiken.
Een olifant loopt op zijn tenen. Je ziet daar weinig van omdat er een dik, vezelig kussen onder zijn hielen zit. Tenen en hielkussen vormen een breed pooteinde dat goed veert. Daardoor stampen olifanten dus eigenlijk best zacht.
Het ivoor van de slagtanden van de olifant is altijd veel geld waard geweest. Mensen maken er sieraden, beeldjes en eetstokjes van. Zo’n 25 jaar geleden werden elk jaar bijna 100.000 olifanten doodgeschoten om hun slagtanden. In 1989 werd daarom de handel in ivoor verboden en verbeterde de situatie aanzienlijk, vooral in het begin van de jaren negentig.
Maar zelfs met een verbod op de internationale handel in ivoor, wordt er nog steeds op olifanten gejaagd. De laatste jaren is het stropen van olifanten en de ivoorhandel enorm toegenomen. Per jaar worden, met name in Afrika, weer tienduizenden olifanten gedood voor hun kostbare ivoor.
In sommige zuidelijk Afrikaanse landen waar veel olifanten voorkomen en de dieren schade aanrichten, worden ze ook wel legaal afgeschoten door de parkautoriteiten. Daar is het grootste probleem ruimtegebrek. Olifanten hebben ruimte nodig, met veel groenvoer en water en die ruimte is er steeds minder. Olifanten leven daardoor vaak te dicht op de mensen en dat loopt nogal eens verkeerd af. Olifanten vernielen, wanneer ze onderweg zijn, gebouwen en de oogst op het land en lopen ook nog wel eens een mens onder de voet. Daar maken ze geen vrienden mee.
Maar zelfs met een verbod op de internationale handel in ivoor, wordt er nog steeds op olifanten gejaagd. De laatste jaren is het stropen van olifanten en de ivoorhandel enorm toegenomen. Per jaar worden, met name in Afrika, weer tienduizenden olifanten gedood voor hun kostbare ivoor.
In sommige zuidelijk Afrikaanse landen waar veel olifanten voorkomen en de dieren schade aanrichten, worden ze ook wel legaal afgeschoten door de parkautoriteiten. Daar is het grootste probleem ruimtegebrek. Olifanten hebben ruimte nodig, met veel groenvoer en water en die ruimte is er steeds minder. Olifanten leven daardoor vaak te dicht op de mensen en dat loopt nogal eens verkeerd af. Olifanten vernielen, wanneer ze onderweg zijn, gebouwen en de oogst op het land en lopen ook nog wel eens een mens onder de voet. Daar maken ze geen vrienden mee.

Mensapen lijken het meest op ons van alle dieren. Het DNA van de chimpansee en de bonobo komt voor meer dan 98% overeen met dat van de mens.
Er zijn zes soorten mensapen: de oostelijke gorilla, de westelijke gorilla, de chimpansee, de bonobo en de Sumatraanse en Borneose orang-oetan. Ze leven in het tropische regenwoud en de bossen van Afrika en Azië, op de grond of in de bomen.
Er zijn zes soorten mensapen: de oostelijke gorilla, de westelijke gorilla, de chimpansee, de bonobo en de Sumatraanse en Borneose orang-oetan. Ze leven in het tropische regenwoud en de bossen van Afrika en Azië, op de grond of in de bomen.
De mensaap ten voeten uit
- Mensapen hebben sterk gespierde armen. De gorilla trekt hiermee hele boomtakken naar beneden. De orang-oetan staat bekend om zijn lange armen, met een maximale spanwijdte van 2,25 meter. Hij slingert hiermee van tak tot tak.
- Over bijna hun hele lijf zit een dikke (lang)harige vacht. Alleen het gezicht, de oren, de handen, de voeten en de billen zijn vaak onbehaard.
- Gorillamannen hebben een grote bult op hun kop waardoor ze er zien net zo goed als mensen, maar ze ruiken waarschijnlijk beter.
- Mensapen hebben geen staart. De volwassen bonobo heeft nog wel een behoorlijke staartkwast terwijl de chimpansee die alleen heeft als hij jong is.
- Sommige orang-oetanmannen hebben een merkwaardige kop. Aan elke zijkant hangt dan een flinke flap. Dat zijn uitgegroeide stevige wangzakken. Onder hun kop hangt een uitgezakte keelzak die ze kunnen opblazen als een doedelzak. Minutenlang kunnen ze hiermee brullen.
- Er blijft steeds minder bos over voor de mensapen door houtkap, aanleg van oliepalmplantages en bosbranden. De bloeiende handel in Afrikaans apenvlees zorgt er bovendien voor dat ze in vrijwel alle landen een geliefd jachtobject zijn. Gerookte of gestoofde gorilla en chimpansee zijn delicatessen in Afrika. Maar ook in Europa (Brussel en Parijs) vind je soms mensapen op de menu's.
Babychimpansees en -orang-oetans worden gevangen en verkocht als huisdier. Hun moeder wordt daarbij vrijwel altijd gedood.
Sommige mensapen belanden in stropersklemmen die bedoeld zijn voor ander wild. Vrijwel alle mensapen hebben te kampen met menselijke ziekten, burgeroorlogen en jacht door armoede onder de bevolking.
Maak jouw eigen website met JouwWeb